When I see the stars that shine above
20 november 2018
De temperatuur is nog flink hoog, hoewel het einde van de dag alweer nadert. De zon begint onder te gaan. Een matje om op te slapen, water, rijst, vis en natuurlijk een gitaar… bepakt en bezakt, als ware Afrikanen! Daar gaan we dan! Als een ware attractie fietsen we door Gushegu, waar gaan die Salaminga’s met al die spullen naartoe?
Ik neem jullie vandaag mee op reis naar een heel klein dorpje in Gushegu District. Een dorpje waar wij een weekend gastvrij ontvangen worden!
Wat hoor ik daar? Ja! Annemaria koekoek, Annemaria koekoek. Een hele stoet kinderen heeft zich om ons heen verzameld. Na een poosje begrijpen de kinderen het; Annemaria koekoek!
Inmiddels is het donker. Als ik omhoog kijk zie ik de sterren en de maan. Als ik om me heen kijk zie ik hard werkende vrouwen, ze doen hun uiterste best om op een vuurtje voor iedereen echte Ghanese tz (Tuo Zaafi) klaar te maken. Kinderen zitten in groepjes met een schaal tz in het midden, één voor één proberen ze wat eten te bemachtigen.
King of kings and Lord of lords, glory, Hallelujah! Jesus, Prince of peace, glory; Hallelujah! De gitaar en het gezang klinken door de donkere nacht. De kindjes staan om me heen, zo goed en zo kwaad als het kan proberen ze met me mee te zingen. Gelukkig overstijgt klappen en dansen alle talen en culturen. Hoe bijzonder om te midden van deze islamitische familie God groot te maken!
Voldaan, tevreden en gelukkig lig ik op mijn ‘bed’. Als ik er met mijn verstand over nadenk snap ik het niet, hoe kan het dat ik mij hier, juist hier, waar ik geen normaal bed heb, waar de muizen om me heen rennen, waar de geiten tussen het eten liggen en waar de kinderen het eten krijgen wat van onze schaal is overgebleven, zo gelukkig voel?
Wanneer de zon doorbreekt wordt ons een emmer water gebracht om ons wat op te frissen. Nadat we iedereen goedemorgen hebben gewenst en van iedereen weten of ze een goede nacht hebben gehad is het tijd om de chief van het dorp te begroeten. Wanneer we het ‘huis’ van de chief eenmaal bereikt hebben, hebben we al heel wat vrienden gemaakt. Zo’n 50 kinderen volgen ons op de voet. Stel je voor dat je nog nooit een Salaminga hebt gezien…
Tegen het einde van de morgen gaat een deel van de familie naar de farm. Nadat we onze gastfamilie hebben overtuigd dat we écht niet moe zijn en dat we écht wel een stukje kunnen fietsen mogen we uiteindelijk mee. Maar werken zit er voor ons op de farm niet in, ik ben immers én een Salaminga en dan ook nog eens een vrouw; die laat je toch niet werken op de farm?! Op de farm wordt van alles verbouwd: jam, cassave, peper, millet, zoete aardappels enz.
Eind van de middag is het weer tijd voor muziek; de kinderen vragen zelfs om de gitaar! Ik leer hen met veel plezier één van de weinige christelijke Dagbani liedjes die ik ken. En wat stroomt mijn hart over van dankbaarheid wanneer ik ’s avonds de kindjes zelf dit liedje hoor zingen…! Ik kijk naar de sterren en besef me opnieuw: God is trouw!
Onze gastvrouw maakt ons deze avond heel blij met heerlijke fufu, gemaakt van jam. Al starend naar de sterren, de sfeer op deze compound goed in mij opnemend en het vuur ruikend geniet ik van de fufu. Het was weer een bijzonder mooie dag!
De moskee klinkt, ik hoor buiten alweer mensen aan het werk. Drijfnat word ik wakker, tja, want warm is het hier wel. Nadat we ons ontbijtje gekregen hebben krijgen we bezoek van de landlord in ons hutje. Een bijzonder moment, dit is het moment waarop ik na 13 weken in Ghana eindelijk mijn Dagbani naam krijg: Tunteeya.
Nadat we iedereen hartelijk hebben bedankt is het tijd om uit te zwaaien. De hele compound begeleid ons naar de weg en daar gaan we dan! Naawuni chεli ti ti taba; may God bless our friendship!
Liefs Barry & Alice en kids